Reisverslag 1: Chillaw, Munneswaram, Dambulla - Reisverslag uit Gameren, Nederland van Deborah Koning - WaarBenJij.nu Reisverslag 1: Chillaw, Munneswaram, Dambulla - Reisverslag uit Gameren, Nederland van Deborah Koning - WaarBenJij.nu

Reisverslag 1: Chillaw, Munneswaram, Dambulla

Door: Deborah

Blijf op de hoogte en volg Deborah

26 Januari 2015 | Nederland, Gameren

Reisverslag 1
Aankomst Chilaw/Munnesvarm en Dambulla

De reis van Brussel via India (Mumbai) naar Sri Lanka is vlot verlopen. We vlogen met de Indiase vliegmaatschappij Jetairways. De verwachtingen waren tamelijk laag wat betreft beenruimte en service (zeker gezien de prijs) maar het was een zeer goede en vlotte reis met een rijk scala aan Bollywoodfilms. Ik heb mij natuurlijk vergrepen aan een drie uur durende Bollywood film.

De tussenstop in Mumbai vond ik zeer geslaagd. Dat was natuurlijk het moment om Hindi te oefenen, dus de douanebeambten, veiligheidscontroleurs en de toiletmevrouw hebben het moeten ontgelden. Daarnaast was het vliegveld ook nog opgeknapt. Er waren mooie schilderingen, onder andere van Hanuman (de vliegende aap uit het heilige boek van de hindoes: de Ramayana) die met een stuk Himalayagebergte naar Sri Lanka vliegt (zie foto 1).

Zaterdagochtend om 06.00 stonden we buiten het vliegveld van Negombo. Daar waren natuurlijk meteen taxichauffeurs die ons besprongen. Gelukkig had ik iets over een shuttle bus gelezen. Loop altijd verder, en inderdaad stond er een shuttle bus. Anderhalf uur later waren we al op zoek naar het station in Colombo en er werd meteen een sprint getrokken over het station om lijn 1 (de Puttalam lijn) naar het noorden nog te halen. Achteraf bleek dat niet nodig want de motor van de trein was kapot. Een tweede diesellocomotief werd ervoor gezet en na een half uur gingen we toch al op weg.

Het sprintertje waar we in reisden was rustig, goedkoop (75 eurocent pp voor de hele rit) en traag. Het leek nogal op een Indiase trein, behalve dan de rust. De treinreis van 4,5 uur naar Chillaw was een prachtige kennismaking met de natuur en het landschap. De trein reed vlak langs prachtige struiken, bomen en planten en wel zo langzaam dat ik er goed foto’s van heb kunnen maken. De natuur is echt verschrikkelijk mooi hier, veel groen, veel water en mooie planten. Had ik in Amritsar vorig jaar de associatie met fata morgana attractie in de Efteling, bij Sri Lanka krijg ik meer het droomvlucht gevoel door de rijke en vochtige natuur.

We arriveerden net na de middag in Chillaw en daar stonden eigenlijk geen taxi chauffeurs/ tuktuks. De ene chauffeur die er stond, sprak geen Engels. ‘Cheap’ en ‘hotel’ kwamen niet voor in het vocabulaire. Toch maar besloten in te stappen en onderweg sprak hij gelukkig een oudere man aan die wel wat Engels sprak waardoor we konden uitleggen dat we geen hotel hadden geboekt en dat we niet in een beachresort aan de kust wilden zitten. We eindigden dus bij een rustig guesthouse aan de rand van het dorp. De eigenaar sprak ook geen Engels, zijn tienjarige zoontje gelukkig wel.

Het niet toeristische Chillaw had weinig te bieden. Wat bracht ons daar dan? Ik wilde voor mijn onderzoek graag de Munnesvaram tempel bezoeken. Dit is een tempel die door zowel hindoes als boeddhisten wordt bezocht en deze tempel maakt ook onderdeel uit van de Ramayana-reizen (reizen die gebaseerd worden op het heilige boek de Ramayana, en waarvoor hindoes uit India, nu Sri Lanka bezoeken). Op zaterdag kwam het er niet meer van deze tempel te bezoeken. Wel werd de roze St. Mary’s Cathedral bezocht. Men zegt dat ‘Chillaw’ little Rome is. Ik zou zelf vooral de nadruk op ‘little’ leggen, gezien het feit dat zelfs de toch grote st. Mary’s church pas na 10 keer navragen werd herkend.’s Avonds proefden we lokale lekkernijen in een restaurantje. We bestelden van alles te eten bij een bediende die vrolijk ja knikte. Na een kwartier kwam echter de baas die een beetje Engels sprak en die legde uit dat ze dat eten helemaal niet hadden. Wat de pot schafte was 1 pot nat. Ik vond het wel gaan, Martijn vindt het wel geslaagd (het lijkt op rijst, met zout en peper en een zakje soepgroenten er doorheen, tamelijk saai en weinig verse groenten), Aan het einde nog een lokaal toetje (wattalappam) van ei en kokosmelk. Typisch, maar erg verkoelend.

Zondagochtend bezochten we de tempel van Munnesvaram. Het was een gezellige bedrijvigheid. Het mooist vond ik de processiewagens. Munneswaram staat bekend om het feest in de zomer waarbij de godenbeelden op allerlei wagens naar buiten gaan (dat is hun soort ‘vakantie’). Sommige processiewagen waren nog groter dan anderen. Ik denk dat de grootste wel 5,5 meter hoog waren. Er waren ook kleinere: een muis voor de god met het olifantenhoofd (Ganesha), een pauw voor zijn broertje en een leeuw voor Durga.
Het leuke aan Munnesvaram is tevens dat er naast hindoegoden ook een gigantische Boeddha staat. Ook de hindoes gaan daar naartoe. Op het terrein van de gigantische Boeddha (onder in de Boeddha was een tempel van twee verdiepingen) hadden de hindoes een eigen tempeltje waar het gezellig druk was.

Naast de Munnesvaram tempel wilde ik ook graag de Manevari tempel zien. Deze tempel ligt 6 kilometer ten noorden van Chillaw en wordt ook veel door hindoe-toeristen uit India bezocht. De taxi chauffeurs begrepen niets van ‘Manevari temple’, tot ik het over ‘Manevari Kovil’ had (ik had ergens gelezen dat een kovil een tempel is). Zo kwamen we toch bij de tempel uit. Het was een flink gebouw bij een kokosnotenplantage. Teleurstellend was dat hij op slot was. Na het offer rond de middag gaan de goden slapen tot een uur of 5 en de priesters blijkbaar ook. Omdat we hadden afgesproken om 3 uur terug te zijn bij het hotel, zijn we maar snel weer weggegaan. Tijd voor een lunch was er niet echt meer. Een soort van geroosterde tosti met visrestjes erin moest de honger stillen.
Zondagavond kwamen we in Dambulla aan. De taxi-jeep deed 4,5 uur over de rit van 150 kilometer. Ik ben blij dat we niet met de trein en de bus zijn gegaan. Dat had met 2 keer overstappen een hele dag gekost.

Maandag begonnen we met de Cave Temples van Dambulla, De tempels, die uit rotsen gehouwen zijn, liggen op circa 160 meter hoogte en dateren uit de tijd (rond het jaar nul) van de heerser Valagamba. Deze heerser heeft ondergedoken gezeten bij deze berg en daar rotsen uit laat houwen, omdat hij zich moest verstoppen voor de Tamils die het land wilden veroveren. Het was een behoorlijke klim naar boven (in de regen). Bovenaan waren vijf tempels naast elkaar uit de rotsten gehouwen. Gemiddeld stonden er zo’n 50 boeddhabeelden van verschillende groottes per rotstempel. Enkele waren enorm groot, vooral de liggende Boeddha’s waren soms wel 15 a 20 meter lang. Leuk waren ook de schilderingen achter de beelden van verschillende koningen, en zo af en toe kwam er ook een hindoegod langs (zoals de blauwe Vishnu). Lang hebben we gezocht naar het fragment van de geboorte van Boeddha. De moeder van Boedhha kreeg op een nacht een visioen van een witte olifant. Dat was een teken dat ze een bijzonder kind zou krijgen. Een leuk en bekend verhaal dat we natuurlijk terug wilden vinden op het plafond.
Na het bezoek aan de Cave Tempels en een lunch gingen we door naar Sigiriya. Om kort te zijn: dat is een grote rots die op zichzelf staat midden in een bosgebied. Op de berg was een voormalig klooster dat daarna dienst heeft gedaan als vesting. Natuurlijk was het bouwwerk zelf niet echt meer te zien en lagen vooral de fundamenten er nog. De rotst was 200 meter hoog en het was enorm steil. Het was wat mistig, daardoor wat koel en het uitzicht was wel wat moeilijk vast te leggen. Er waren ook best wat Nederlanders en Belgen op de rots te vinden, toerisme ten top. Ook nog een drietal Chinese dames met een mannelijke Chinese fotograaf die boven op de berg plakwimpers opdeden en in strandjurken gingen poseren. Wij hadden het eerlijk gezegd iets drukker met overleven dan met poseren.
Tijdens de terugrit met de tuktuk hebben we wat Sinhalees geleerd. Een kat is een poesa en een hond een bulla. Nu staan de bulla’s ook weleens midden op de weg, zo ook voor onze tuktuk. Opeens schoten we zo ongeveer bij de chauffeur op schoot waarop Martijn zei ‘hij stond in het midden’, waarop ik het niet goed verstond en zei ‘zat hij te bidden’? Ach, de focus is in ieder geval goed en we hebben het prima overleefd. De keuken van Sri Lanka kan mij nog niet zo erg bekoren. Steeds probeer ik iets anders. Vanavond waren het een soort van grijs grauwe mie nestjes. Honger maakt rauwe bonen zoet. De verschrikkelijke jellyyoghurt met 10 blaadjes gelatine per potje vindt wel gretig aftrek (omdat het lekker koel is). Het is het best te vergelijken met Haribo beertjes uit de koelkast.
Morgen gaan we naar Anaradhapura. Dit gaan we met de bus proberen te doen om wat van de kosten te drukken. Men vraagt bij een toeristische bezienswaardigheid als Sigiriya ongeveer 80 keer zoveel (25 euro) ten opzichte van lokale mensen (30 cent), dus elke dag de toerist uithangen gaat behoorlijk oplopen. Annaradhapura is overigens een zeer religieuze plaats. Ik hoop dat het net zo indrukwekkend is als alles wat ik erover gelezen heb.

  • 26 Januari 2015 - 19:35

    Anna Macleane:

    Heej!
    Jullie hebben al heel wat meegemaakt zeg! In die paar dagen dat jullie er nu zijn, leuk om zo van jullie te horen. Hopelijk komen de goede restaurantjes nog;-)
    Geniet ervan!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Deborah

Actief sinds 22 Jan. 2015
Verslag gelezen: 327
Totaal aantal bezoekers 16906

Voorgaande reizen:

27 Augustus 2015 - 12 September 2015

Vakantie Suriname 2015 Martijn en Deborah

23 Januari 2015 - 16 Februari 2015

Sri Lanka 2015

06 December 2013 - 06 Januari 2014

Mijn derde reis naar India

Landen bezocht: