Unawatuna, Galle en Colombo
Door: Deborah de Koning
Blijf op de hoogte en volg Deborah
13 Februari 2015 | Nederland, Gameren
Vanaf de wallen van Galle zagen we een hevige bui onze kant op komen trekken en 10 minuten later was er weer een soort van moesonregenbui waardoor binnen de kortste keren alles blank stond. We doken snel een koffietent in en schoten een tuktukbestuurder aan om ons naar het station te brengen omdat we graag de sneltrein van half 3 wilden halen. Nu was 14.00 uur net het moment dat de school uitging en de kinderen die naar school gaan in het fort zijn blijkbaar net zo verwend als veel Nederlandse kinderen. Ze werden opgehaald met veel te grote auto’s die de smalle poorten van het fort blokkeerden. Daarom besloten we alsnog door de plensbui te gaan rennen.
De trein kwam met enige vertraging en de beloofde anderhalf uur werd een rit van 3 uur. We kwamen in het vroeg van de avond aan in Colombo en lieten ons naar het goedkoopste hotel uit lonely planet brengen. Dat bleek echter vol te zijn. De tuktuk chauffeur bracht ons naar de hotelrij aan de kust op advies van de mensen uit het hotel dat vol zat. Daar vroegen ze echter wel 40 euro per nacht, iets waar we geen zin in hadden. Ik bleef staan met de bagage voor het luxe hotel (met bedienden die de deur voor je open doen en mensen die een taxi voor je aanschieten) en Martijn liep de rij af. Aan het einde van de rij vonden we een goedkoop hotel. Ook hier hingen 8 man bij de balie rond maar allemaal met blote buiken en een grote lap om hun onderbuik. Was er een deur in het hotel geweest, dan hadden ze het vast opengehouden. Nog niet eerder hebben we zo’n buitengewoon smerige en kleine kamer als deze gehad. Het bed is 140 bij 180 en staat klem zodat je over elkaar heen moet klimmen om ergens te komen. De ventilator kan op de uit-stand of op zijn hardst (type westerstorm). In het laatste geval gaan de gordijnen (die in 30 jaar geen wasbeurt hebben gezien) dwars door de kamer staan en fladdert het spooky vieze doek precies over mijn gezicht heen ’s nachts. Om dat te voorkomen heb ik mijn slippers, die volkomen verzopen zijn door de moessonbui, met veiligheidsspelden onder aan het gordijn gehangen. Een ander interessant detail is dat er geen wasbak of afvoerputje in de douche is (behalve een groot, onbereikbaar gat achter de toiletpot). Concreet houdt het in dat dingen als tandpasta dus in de toiletpot gespuugd moeten worden. Er is niet echt diep over dingen nagedacht hier. Er kwam tenminste stromend water uit de douche en er was bij aankomst al een gezellige ontvangst door een salamander in de badkamer.
Colombo heeft overigens wel geweldige restaurants met Noord Indiaas eten, waar ik enorm van genoten heb. De curry’s bevatten veel groenten en zijn erg smakelijk.
Op woensdag hadden we dus nog een hele dag met reisleider Aruna. Dat was enorm gaaf. Hij kwam vrij laat, omdat de reis vanaf zijn huis behoorlijk wat tijd in beslag nam. Eerst bezochten we het ministerie van toerisme voor Ramayana-spullen. De dames daar waren niet bereid om ons te helpen. Vervolgens gingen we naar de Panchamunga Anjaneyar tempel. Dit is een tempel voor de apengod Hanuman volledig gefinancierd door een rijke swami (goeroe-achtig type). De tempel was dicht en we moesten drie uur wachten. Die tijd hebben we nuttig doorgebracht met Aruna in een islamitisch café waarin we het over van alles en nog wat hebben gehad. Zo leerde hij ons dingen over hindoeïsme, maar ook over het Sri Lankaanse boeddhisme. Nu ging rond half vijf de tempel weer open en wij stonden te trappelen om naar binnen te gaan. De swami kwam aanrijden in zijn dikke SUV, hij reed de tempel voorbij en parkeerde zijn auto. Vervolgens deed hij een garage open en stapte hij in een prachtig gelikte oldtimer. De beste man had het duidelijk goed voor elkaar. Het teleurstellende van de tempel was dat binnenin alle beelden ingepakt stonden in doeken. Dat bleek al meer dan een maand lang het geval te zijn. Soms gebeurt dat als er bijvoorbeeld iemand overleden is die belangrijk was voor de tempel. Kortom: er viel op dat moment nauwelijks wat te zien.
We gingen verder met de bus naar een tempel in Kelaniya (circa 10 kilometer van Colombo centrum). Dit is een groot boeddhistisch complex met ook een belangrijke tempel voor de broer van koning Ravana. Deze broer stond eigenlijk aan de kant van Rama en vertelde aan Rama steeds door wat de plannen van Ravana waren. Het regende hevig en we mochten de tempel niet in omdat de offers al begonnen waren. Het luiden met klokken en branden van lampen duurt daar ruim 4 uur lang, dus we zouden nog 2 uur moeten wachten. Daar hadden we geen zin in en bovendien moest Aruna nog 3 uur naar huis reizen. We namen afscheid van elkaar en gingen terug naar ons hotel. Aruna beloofde zijn kantoorjongen nog naar Colombo te sturen met de spullen die we ’s ochtends niet hadden kunnen bemachtigen.
Onze dierentuin in de veel te vochtige badkamer was uitgebreid met een gigantische kakkerlak. Het vervelende is dat de deur van de badkamer eigenlijk een plank is, zonder handvat, klink, slot, grendel of haakje, dus hij kan niet dicht. Aan de onderkant is ie aan 1 kant weggerot van het vocht. Mijn grote angst was natuurlijk dat hij ’s nachts even tussenin zou komen liggen. Volgens mij is dat niet gebeurd. We hebben ook ons best gedaan om de badkamer zo aantrekkelijk mogelijk voor hem te maken: vochtig en donker, en door ’s nachts de ventilator op de stormstand te zetten zodat, mocht hij de kamer willen betreden, zijn voelsprieten ernstig zouden gaan wapperen.
Donderdag gingen we naar de universiteit van Colombo. Ik had de week ervoor een docent gemaild maar die reageerde niet. Daarom gingen we op zoek naar zijn kantoor. Helaas zat dat op slot en wist niemand waar hij uithing. Er is hier overigens niet zoiets als ‘religiestudies’, ‘theologie’, ‘geesteswetenschappen’ enzovoorts. We slenterden nog wat rond bij het Sinhala departement en al vragend liepen we nog tegen een gepensioneerde professor aan die in Nederland had gewoond. Haar man bestudeerde de archieven die betrekking hebben op het Nederlandse koloniale verleden (vandaar dat zij veel in Nederland waren geweest). We gingen hem opzoeken in het nationale archief en hadden een leuk gesprek in het Nederlands. Erg gezellig en mogelijk nog een van de meest nuttige contacten die er te vinden is aan de Universiteit van Colombo.
Vanaf de universiteit gingen we naar een boekwinkel die mij in Nederland was geadviseerd. Leuke was dat daar inderdaad boeken van westerse auteurs stonden die in Sri Lanka waren gedrukt en daarom veel minder prijzig waren. Wel was het assortiment nogal beperkt.
We vertrokken naar een ander deel van Colombo. Het was de buurt waar volgens 1 van de deelnemers van wie is de mol ‘de grote eikel’ staat, en daartegenover zag ik ook de Regal cinema van 1 van de afleveringen.
In dit stadsdeel bezochten we de Gangaramayana tempel. Dit zou de grootste boeddhistische tempel in Colombo zijn (de vervanger van de Kelaniya tempel van de dag ervoor). Het was heel toeristisch en men vroeg ongeveer overal geld voor. Het was een soort van bij elkaar geraapt museum. Er stonden oldtimers (een mercedes en een jaguar) die door Queen Elisabeth aan de tempel geschonken zouden zijn. Ook stonden er ouderwetse drukpersen en stoomwalsen, waren er vitrines met bergkristallen en hingen er engeltjes aan het plafond. Het was een verwarrende mengeling. Rond de boom bij de tempel zat een groepsreis met toeristen die allemaal een witte koord van de boeddhistische monnik kregen en richting de boom moesten gaan zitten mediteren. Ik vond het lichtelijk vermakelijk.
We bezochten nog een hindoemandir en gingen voor een traditionele Sri Lankaanse maaltijd en zowaar was er zwarte koffie te krijgen met gember. Een welkome afwisseling. Overigens is het traditie geworden om net als de lokale mensen hier na elke maaltijd een klein yoghurtje te nemen. Ze hebben hier allemaal mini activia bakjes met ‘set yoghurt’ (lekker stevig met veel gelatine). Van Aruna heb ik geleerd dat bij de yoghurtjes met een los zakje, het losse zakje honing is van de bloemen van de kokosnoot. Dat zakje moet je met je tanden kapotbijten als je het ter plekke wil opeten. Het zorgt met enige regelmaat voor grote hilariteit aangezien ik vaak op het verkeerde punt van het zakje bijt waardoor de honing overal heen spuit.
Vandaag gaan we terug naar Kelaniya, bezoeken we de pettah en wat bezienswaardigheden in de buurt van de pettah.
-
13 Februari 2015 - 09:05
Jan Stoutjesdijk:
Hallo allebei,
Wat een prachtige verhalen weer, vooral over dat hotelletje! Wat zal het voor jullie weer saai zijn om terug te komen in Nederland. Of toch ook wel weer een beetje zin?
Gisten ontvingen Jeroen en wij onze kaarten, waarvoor hartelijk dank. Dat gebeurt niet vaak,de kaarten al te krijgen terwijl de reizigers nog ter plekke zijn.
Geniet nog even van jullie laatste dagen daar!
Tot mails/blogs.
Liefs en groeten,
Pa
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley