Kataragama, Matara en Unawatuna - Reisverslag uit Gameren, Nederland van Deborah Koning - WaarBenJij.nu Kataragama, Matara en Unawatuna - Reisverslag uit Gameren, Nederland van Deborah Koning - WaarBenJij.nu

Kataragama, Matara en Unawatuna

Door: Deborah de Koning

Blijf op de hoogte en volg Deborah

09 Februari 2015 | Nederland, Gameren

Vrijdag begonnen we met het bezoeken van het tempelcomplex van Kataragama bij dag, na het al twee keer bij avond te hebben gezien. De offertijden bij tempels zijn vaak om 6 uur ’s ochtends, 12 uur ’s middags en 6 of 7 uur ’s avonds. Maar ja, er staan zoveel tempels dat op het moment suprême je niet bij alle tempels tegelijk kunt zijn. De eerste tempel aan het begin van de rij was een tempel voor Shiva en die kwam er de avonden ervoor bekaaid vanaf omdat iedereen toch naar het hoofdcomplex gaat. Om 12.00 lag ik dus vooraan. Echt, ik geloof dat deze god wel compleet doof moet zijn. Om exact 12.00 ging men namelijk met bellen slaan om hem wakker te maken. Er hingen er een stuk of 20 en iedereen begon aan deze soort van kleine kerkklokken te trekken, een kabaal van jewelste dus.
Bij de hoofdtempel van Kataragama (voor de god Kataragama) was het ook druk rond 12.00 uur. Voor de tempel staat een soort van bak waarin kokosnoten geofferd worden. De kokosnoot wordt zachtjes in brand gestoken en boven het hoofd gehouden van degene die hem wil offeren en na een minuut of drie wordt die met geweld kapotgesmeten. Als de kokosnoot niet breekt, heb je toch iets niet helemaal goed gedaan bij de god. Er stond op dat moment een rij van 10 mannen met zo’n kokosnoot boven hun hoofd en bij 1 van de mannen ging net de telefoon. Hij haalde de kokosnoot weg boven zijn hoofd en zette zijn telefoon uit maar toen hij aan de beurt was om de kokosnoot kapot te smijten, bleef die dus heel. Ik vond het wel vermakelijk om te zien.
Toevallig was het middaguur ook het moment waarop de tempelolifant uitgelaten werd. Bij allerlei tempeltjes kreeg hij wat fruit en we liepen achter hem aan naar de rivier toe. Zodra hij het water in stapte deed hij zijn behoefte net 2 meter voor een man die zichzelf stond te douchen in de rivier. Daarna moest de olifant van de bewaker op zijn achterwerk gaan zitten en vervolgens trok de man aan zijn oor om hem om te trekken in het water. Vervolgens werd hij lekker gewassen.
Mijn reisgids had melding gemaakt van een goed restaurant in Tissamaharama, een half uur met de bus vanuit Kataragama. Aangezien we vanuit Tissamaharama een safari zouden gaan maken, hebben we daar heerlijk geluncht. De restauranteigenaar had bananen of verse gebakken ananas in roti gerold (een soort pannenkoek) op het menu, dus we zijn een paar keer terug geweest om bij te eten. Bovendien hij had ook niet alleen curries op zijn menukaart staan, maar bracht hij ze ook daadwerkelijk op tafel.
Rond een uur of twee gingen we op safari in een jeep. Na het avontuur met de tuktuk de dag ervoor, had ik er tamelijk lage verwachtingen van. Dat was ook inderdaad het geval. Met 150 grommende jeeps achter elkaar reden we door Yala national park. Was er een beestje te zien en je zat in auto nummer tien, dan had die natuurlijk al lang de benen genomen. Ik denk dat ze iets grondig verkeerd doen in dat park en het uitputten/uitbuiten. Er waren wel mooie vogels en waterbuffels maar ja, we gingen natuurlijk voor olifanten, luipaarden en andere meer grote en wilde beesten. Gelukkig lag er bij de ingang op een meter of 30 afstand een krokodil. De dag ervoor kon ik echter ongeveer de tanden van het beest tellen (of dat nu gunstig was, weet ik niet).
Rond half 6, toen er zich een verkeersopstopping vormde richting de uitgang, verscheen er in de berm aan de rechterkant een olifantje dat over wilde steken, maar niet tussen de rij op elkaar gefrotte jeeps door kon. Wij zaten in jeep 30, dus er viel in de verte alleen een slurf te zien. Nadat alle wagens voor ons een foto hadden gemaakt, reden ze door en stak de olifant over, waarop iedereen links in de jeeps gingen hangen om nog snel zijn achterwerk te fotograferen. Toen dacht ik, mogelijk is de olifant niet alleen. En inderdaad - aan de rechterkant klonk geritsel. De chauffeur en zijn medereiziger die als dierenspotter meeging, ging net op het gaspedaal hangen om weg te scheuren tot mijn grote frustratie dus heb ik de regel ‘maak geen geluiden’ overboord gegooid en zie hieronder in de foto’s mijn speciale zelf gevonden olifantje uit Yala National Park.
’s Avonds om kwart over 9 waren we terug in het hotel en kon ik op de trage wifi verbinding mijn e-mail binnenhalen. Het goede nieuws uit Tilburg bereikte me dat ik door ben met mijn onderzoeksvoorstel waarop ik met hernieuwde moed natuurlijk nog meer Ramayana-sites wilde uitzoeken voor de reis. Helaas werd ik om kwart voor 10 al weggestuurd uit de wifi-lobby omdat men in het pelgrims resthouse om 10 uur op bed wil liggen.

De dag erna gingen we met de bus naar Matara, ongeveer in het zuidelijkste puntje van Sri Lanka. Na de busreis gingen we ’s avonds nog naar Dondra waar een tempel is voor de hindoe god Vishnu, 1 van de vier beschermgoden die in Sri Lanka ook geïntegreerd is in het boeddhistische pantheon. Dit tempelcomplex maakt deel uit van de lijst van 50 Ramayana-plaatsen en wordt soms ook opgenomen in de Ramayana-tours omdat vanaf hier een veldslag tegen koning Ravana begonnen zou zijn. Voor een korte Ramayana-tour ligt het echter iets teveel uit route, ik vermoed toch een iets minder populaire plaats.
Na navraag bij het hotel gedaan te hebben, bleken de avondoffers in Dondra om 07:00 uur te zijn. We kwamen er om half zeven aan en het was, zoals iemand in de bus al zei, een soort van mini-Kataragama met een mengsel van verschillende bouwwerken. Het meest opmerkelijke was het lichtblauwe gebouw dat uit het koloniale tijdperk leek te komen. Het leek een kruising tussen een kerk, opslagschuur en een postkantoor. Het bleek het eigenlijke centrum te zijn van het terrein waar ook het offerritueel van 07:00 zich afspeelde. Voor die tijd liepen we langs de boeddhistische stupa/dagoba, een enorm staand Boeddha beeld, de grote boom en de verschillende tempeltjes aan de zijkant. Een van de tempeltjes was echt prachtig. Je kon daar van de priester een polsbandje krijgen. Hij had daar een bol schoenveter voor de boeddhisten en een rol touw voor de hindoes. Hij kon dus iedereen bedienen. Ik kreeg beide polsbandjes om.
Om 07:00 begon het gelui van de klok en kwamen er een paar mensen op trommels slaand naar voren terwijl iedereen zich aan de linker- en rechterzijde van de lichtblauwe kerk/pakhuis opstelde. Daarna kwam er een man met een soort van gordijnrail met aan beide uiteinden bij elkaar genomen gordijn (Martijn zag er meer een ingepakte ouderwetse weegschaal in). Iedereen wilde de gordijnroede/weegschaal even aanraken voor deze naar binnen ging. Vervolgens werd er een poosje gepreveld achter een gordijntje bij het beeld van Vishnu terwijl circa 100-150 mensen stonden te wachten op de priester die achter het gordijntje vandaan zou komen. Hij deelde eten uit, de echte kleverige rijstebrij zoals bij veel hindoetempels. Martijn en ik werden naar voren geschoven omdat de inheemsen dachten dat er anders niet genoeg voor ons zou zijn en ondertussen kwam er een mannetje met een bezem om het gevallen eten al van de vloer te vegen.
Het was een heel boeiend complex dat veel weg heeft van Kataragama (maar nog niet bestudeerd is) en het spannende is hier dat het allemaal om de blauwe god Vishnu draait, terwijl er ook veel boeddhistische zaken aan het complex zijn toegevoegd, die van recenter datum blijken te zijn. Ook was er heel duidelijk een mengeling van hindoes en boeddhisten is (ik heb het ook even gecheckt bij een lokale man en ook het aanbieden van beide polsbandjes vond ik interessant).
Na dit bezoek keerden we snel terug naar Matara voor wat eten maar ja, om 20.00 staan de stoeltjes al omgekeerd op tafel en het lijkt wel alsof om 21.00 uur iedereen al op bed ligt. In mijn beste Sinhala brabbeltaal en gebarentaal heb ik wat te eten besteld terwijl de eigenaar toe stond te kijken wat wij opaten en wat niet. Met regelmaat zette hij ook nieuwe dingen op tafel, kijkend hoe wij daarop zouden reageren. De rekening werd duidelijk afgerond op een getal dat de beste man beheerste in het Engels. Ach, het maakt de dingen overzichtelijk.
Ook zondag bleven we in Matara. Ik had wat dingen gepland in de buurt van Tangalla om te doen. Een boeddhistische tempel op een berg, wat rotstempels et cetera. Van lieverlee hadden we eigenlijk wel genoeg rocktempels en rockcaves gezien en aangezien we toevallig op 2 minuten loopafstand van de zee verbleven gingen we ’s ochtends zwemmen. Het zou een rustdag worden, maar dat pakte wel wat anders uit.
Het strand was een lokaal strand en op zondag vol met gezinnen. De vrouwen droegen allemaal gewone kleding. De bikini is hier nog niet doorgedrongen en ook nog niet te koop, terwijl er wel overvloedig met zwemshorts voor mannen werd gevent. Ik lag er een beetje te suffen aangezien de stroom uitgevallen was op zondagochtend, de waterkoker niet geactiveerd kon worden en de lokale nescafe apparaten ook niet werkten.
Rond de middag gingen we naar het stadsgedeelte om wat te eten. We gingen zitten bij een ogenschijnlijk goede tent waar ik verse groenten met mandarijnen en cashewnoten bestelde. Een half uur later verscheen mijn schotel. Totaal gevuld met garnalen en andere visdingen die waarschijnlijk al een halve dag lagen weg te rotten vanwege de powercut (bovendien lus ik geen vis). Ze presteerden het wel ‘mandarines and cashewnuts’ op de rekening te zetten. Zij maakten geen vrienden met ons daar.
We bezochten de Dutch Reformed Church van Matara. De gemeenschap was bezig op zondagmiddag de kerkbanken te schuren. Er stond mogelijk nog minder in de kerk dan in menig protestantse kerk in Nederland.
We keerden weer terug naar het strand bij ons hotel (na een check of de elektriciteit en wifi het weer deden, niet dus). Aan het strand ontmoetten we een Nederlands stel dat ook in hetzelfde hotel bleek te verblijven. De zon gaat hier vrij vroeg onder dus om 18.00 gingen we terug naar het hotel om lekker te douchen. De beloofde powercut zou om 17.00 over zijn, dat was natuurlijk niet het geval. Het was nog net licht en ik moest nodig mijn haar wassen, dat door het zeewater en het zand flink in de klit zat, dus stapte ik de badkamer in en toen bleek: geen water. Nu was er buiten een reservoir in de tuin met een klein betonnen muurtje. Het andere Nederlandse stel ging eerst. Ik stapte nog gefrustreerd rond met mijn shampoo fles en voorspelde dat ze al het water op zouden maken. Dat leek niet het geval. Martijn gaf rugdekking bij het betonnen muurtje om indringers te voorkomen en ik sopte mijn haar in. Toen ik de kraan opendraaide om het uit te spoelen was echter het water op. Het werd donker en de muggen staken er lustig op los. Onze laatste twee flessen drinkwater werden gehaald en met emmertjes heen en weer over mijn hoofd geheveld. Daarna met de knijpkat (want het was donker geworden) op de kamer alle muggenbulten uitgezogen en op zoek naar eten. Matara was geen succes, black sunday. Om nog maar te zwijgen over het feit dat ik natuurlijk verbrand was aan het strand en op het moment dat de stroom nog werkte een oplazer van flinke netspanning kreeg van de verdeelstekker.

Vol goede moed vertrokken we uit Matara op weg naar Unawatuna. In de middag bezochten we de uitloper in de zee waar de apengod Hanuman een stuk van de Himalaya’s heeft laten vallen. Op de heuvel/uitloper stond een peace dagoba, geschonken door de Japanners in 2005, en een monumentje erbij ter herinnering van de tsunami. Daarnaast stond een plomp en lomp beeld van Hanuman, geschonken door iemand om ‘peace’ te bevorderen nog ten tijde van de burgeroorlog. Daar weer naast lag een heel kleurrijk en chaotisch tempelcomplex, het Rummassala tempel complex. Bij de ingang natuurlijk een liggende, een zittende en een staande Boeddha en daarachter verrassend genoeg een aantal fragmenten uit de Ramayana (dit is ook een plek die met Ramayana-toeristen aangedaan wordt, indien ze een lange tour doen). Er stond een beeld van Rama en weer van Hanuman en onder deze beelden was een nepgrotje gemaakt waar een beeld van Sita (de gekidnapte vrouw van Rama) in lag. Op het bijschrift stond dat dit de plek was waar Ravana Sita verborgen hield. Nu lijkt er helemaal niks meer van het verhaal de kloppen want dan zou, zodra Hanuman de berg had laten vallen, Ravana er een grot hebben gemaakt om Sita te verstoppen.
Verder was er bij het complex nog van alles te vinden. Uitleg in Engels was er niet, alleen Sinhalese bordjes en de mensen spraken er ook geen Engels. Bij 1 shrine, kwam er in gebrekkig Engels en met gebarentaal toch wel iets heel bijzonders uit; er lagen namelijk twee kleine bruine stukjes die restjes zouden zijn van de vinger van Boeddha.
’s Avonds willen we terugkeren voor de avondoffers om 18.00. Het begon om 17.00 echter te gieten en te onweren zoals een echte moessonbui hoort te zijn. De eigenaar van het hotel vermoedde dat ook weinig lokale mensen nu zouden gaan (en dat zou zijn waarvoor we teruggingen) omdat het tempelcomplex in de openlucht is. We besloten dan ook om niet te gaan en ook dinsdag hier nog te blijven in de hoop op beter weer op dinsdagavond voor de avondoffers.

  • 10 Februari 2015 - 13:43

    Jan Stoutjesdijk:

    Lieve allebei,

    Wat heb ik weer genoten van de laatste twee verslagen. Wat maken jullie enorm veel me zeg. ongelofelijk! Maak er nog een mooie laatste week van, samen met elkaar. Tot mails.
    Liefs van ons allen,

    Pa

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Deborah

Actief sinds 22 Jan. 2015
Verslag gelezen: 382
Totaal aantal bezoekers 16860

Voorgaande reizen:

27 Augustus 2015 - 12 September 2015

Vakantie Suriname 2015 Martijn en Deborah

23 Januari 2015 - 16 Februari 2015

Sri Lanka 2015

06 December 2013 - 06 Januari 2014

Mijn derde reis naar India

Landen bezocht: